Regelmatig zie ik ouders worstelen met het duidelijk communiceren van grenzen richting hun kroost.
Zelf word ik buiten ons gezin ook regelmatig geconfronteerd met kinderen die niet gewend zijn aan duidelijke kaders. Waarom het duidelijk communiceren van kaders/ grenzen in de opvoeding van groot belang is zal ik proberen in deze blog te verduidelijken.
Om de ontwikkeling bij een kind positief te laten verlopen richting zelfstandige, evenwichtige en sociale volwassenen is het van belang dat er duidelijke grenzen en kaders worden geboden door de opvoeders waarbinnen de ontwikkeling plaats kan vinden.
Kinderen moeten leren de gevolgen van hun keuzes te overzien, dit kunnen ze niet automatisch. Ze kunnen bijvoorbeeld nog niet overzien dat ze de volgende dag moe zullen zijn en minder goed kunnen presteren wanneer ze de avond/ nacht ervoor te weinig slaap hebben gehad doordat ze te laat zijn gaan slapen. Ze hebben er geen idee van dat ze door te eenzijdig en ongezonde voeding (snoep, chips, friet, pizza enz.) een groot risico lopen op het ontwikkelen van allerlei gezondheidsproblemen naarmate ze ouder worden.
Daarnaast blijkt uit onderzoek dat kinderen die niet hebben geleerd met grenzen( en dus ook nee) om te gaan minder zelfvertrouwen hebben en impulsiever zijn dan de kinderen die dit wel vanuit de opvoeding hebben meegekregen.
Geef je geen kaders en grenzen aan in de opvoeding dan beperk je je kind juist in zijn ontwikkeling en kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan (denk aan jonge kinderen en auto’s op straat, kokend water, scherpe messen).
Door belangrijke psychologen en pedagogen uit de vorige eeuw (bijv Maslow en Montessori) is al beschreven dat kinderen optimaal tot ontwikkeling kunnen komen binnen de veiligheid die wordt geboden door duidelijke grenzen/ kaders/ regels te bieden.
Draai je dit om, geen kaders en grenzen in de opvoeding, dan zal je kind zich dus nooit optimaal kunnen ontwikkelen.
Het stellen van duidelijke kaders en grenzen en deze consequent hanteren is iets anders als straffen en het onvermogen/ de onkunde van het kind benadrukken.
Schep je een duidelijk kader waarbinnen je kind zich naar eigen inzicht mag ontwikkelen dan stimuleer je het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van je kind.
Benadruk je dat wat fout gaat of het onvermogen van je kind dan kweek je onzekerheid bij je kind.
Mooie theorie nu de koppeling met de dagelijkse opvoedpraktijk nog.
Aan de hand van een paar voorbeelden hoop ik dit te kunnen verduidelijken.
Voorbeeld 1 bedtijd:
Mogelijkheid 1.
Je laat je kind structureel zelf bepalen wanneer het naar bed gaat om te gaan slapen. Je benoemd door de dag heen dat het te moe is, zich slecht concentreren kan en mopperig is maar legt geen verband met waarin de mogelijke oorzaak hiervoor ligt. Je wijst daarmee structureel naar wat het kind niet kan, als gevolg daarvan worden kinderen onzeker en krijgen ze een negatief zelfbeeld.
Mogelijkheid 2.
Je geeft aan dat je kind op vaste tijden zich klaar moet gaan maken om te gaan slapen en op een vaste tijd in bed moet liggen met daarin een marge. Je geeft aan dat dit moet om de volgende dag weer fris en fruitig te zijn en goed te kunnen presteren. Bijvoorbeeld je gaat tussen 19:00 en 19:30 uur je klaar maken en ligt tussen 19:30 en 19:45 uur in je bed. De dag erna benoem je de goede dingen die je ziet bijvoorbeeld wat zie jij er uitgeslapen uit, wat fijn dat je zo vrolijk/ geduldig bent, wat fijn dat je je werk op school af had enzovoort. Hiermee kweek je een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen.
Voorbeeld 2 doen wat de opdracht is:
Jullie staan op het punt een herfst boswandeling te gaan maken. Je geeft aan dat je kind schoenen en een jas aan moet gaan trekken omdat jullie met 5 minuten weg gaan. Je kind luistert niet en gaat door met zijn bezigheden
Mogelijkheid 1.
Jij zegt hier niets van en besluit dan maar niet te gaan wandelen.
Je kind leert dat zijn eigen dingen het belangrijkste op deze wereld zijn en het niet hoeft te doen wat anderen tegen hem zeggen.
Mogelijkheid 2:
Jij herhaald de opdracht na 2 minuten en geeft aan wat het gevolg is wanneer je kind niet doet wat er gevraagd wordt. Bijvoorbeeld: Doe je wat er gevraagd wordt binnen 3 minuten dan is er na de wandeling tijd om door te gaan met dat wat je kind aan het doen is. Doe je niet wat er gevraagd wordt dan zal er na de wandeling een klusje gedaan moeten worden waardoor er geen tijd meer is voor je kind om zijn eigen bezigheden af te ronden.
Je kind kan nu een eigen keuze maken wat goed is voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Daarnaast leert het dat doen wat er gevraagd wordt positieve gevolgen kan hebben.
Door consequent de regel, grens of het kader te hanteren (dus bij treuzelen, uitstel gedrag en zeuren om een aanpassing dit gedrag af te keuren en een nee te verkopen) leren kinderen dat ze zich aan regels moeten houden. Dit is iets wat heel gebruikelijk is binnen een samenleving. De bus/ trein wacht niet omdat jij te laat ging slapen en niet kon opstaan. Een taak of opdracht op het werk moet gedaan worden binnen bepaalde tijd, de opdrachtgever of baas zal niet tolleren dat iets niet gedaan is omdat jij van mening bent dat het een saaie opdracht is.
Beter dat kinderen al op jonge leeftijd leren omgaan met kaders, grenzen en regels zodat ze zich positief kunnen ontwikkelen en op latere leeftijd niet zwaar gefrustreerd raken omdat niet de hele samenleving zich aanpast aan de regels van het kind.
Wil je meer lezen over het belang van grenzen stellen in de opvoeding dan is het boek Choco en Mayonaise van Inke van Lint een fijn boek om te lezen.